🎶 Achtergrondinformatie over het Himmelfahrts-Oratorium
Titel: Lobet Gott in seinen Reichen
BWV-nummer: 11
Componist: Johann Sebastian Bach
Jaar van compositie: 1738 (mogelijk uitgevoerd in 1735 of 1738)
Soort werk: Oratorium
Duur: ca. 30 minuten
Thema: Hemelvaart van Christus
Inhoud en structuur
Het Himmelfahrts-Oratorium, ook bekend als het Oratorium voor Hemelvaart, is een van de vier oratoria van Bach (samen met het Weihnachtsoratorium, Paasoratorium en het Magnificat). Hoewel het vaak als een cantate wordt aangeduid, heeft het de vorm en grandeur van een oratorium.
De tekst is gebaseerd op bijbelteksten uit Lucas 24, Marcus 16 en Handelingen 1, aangevuld met vrije poëtische teksten (mogelijk van Picander, een van Bachs vaste librettisten). Het oratorium beschrijft op plechtige wijze de hemelvaart van Jezus Christus en de verwondering van de discipelen.
Het werk bestaat uit 9 delen, waaronder koren, aria’s en recitatieven, met een instrumentale inleiding:
- Koor: Lobet Gott in seinen Reichen
- Recitatief (tenor – Evangelist): Der Herr Jesus hub seine Hände
- Recitatief (bas): Ach, Jesu, ist dein Abschied schon so nah
- Aria (alt): Ach, bleibe doch, mein liebstes Leben
- Recitatief (tenor – Evangelist): Und ward aufgehoben
- Koor: Nun lieget alles unter dir
- a. Recitatief (tenor – Evangelist): Und da sie ihm nachsahen
b. Recitatief (alt): Ach ja! so komme bald zurück
c. Recitatief (tenor – Evangelist): Sie aber beteten ihn an - Aria (sopraan): Jesu, deine Gnadenblicke
- Slotkoor: Wenn soll es doch geschehen
🎻 Muzikale kenmerken
- Instrumentatie: Bach gebruikt een feestelijk barokorkest met trompetten, pauken, hobo’s, traverso (barokfluit), strijkers en continuo.
- Stijl: Het werk combineert elementen van feestelijke kerkmuziek met de vertelstructuur van het evangelie. De openings- en slotkoren zijn majestueus en groots, terwijl de aria’s intiemer en reflectiever zijn.
✝️ Liturgische context
Het oratorium werd geschreven voor Hemelvaartsdag, een belangrijke feestdag binnen het christelijke liturgische jaar, 40 dagen na Pasen. In Leipzig, waar Bach werkte als Thomascantor, werden dergelijke feesten muzikaal zeer rijk gevierd.