———————————
15 november 2024
Solisten en instrumentalisten
Zoals steeds worden de concerten van het ToonkunstKoor Roermond mede verzorgd door professionele solisten en instrumentalisten. Hierdoor kan het Roermondse publiek tweemaal per jaar genieten van klassieke muziek op hoog niveau.
Raoul Steffani, bariton
De uit Sittard afkomstige bariton Raoul Steffani wordt gezien als één van de grootste Nederlandse zangers van de jongste generatie. Hij is vooral actief als lied- en operazanger en won sinds 2016 verschillende prijzen, waaronder in 2023 de Nederlandse Muziekprijs, de hoogste onderscheiding die door het Ministerie van OCW aan klassieke musici kan worden uitgereikt.
Karola Pavone, sopraan
De uiterst veelzijdige Italiaans-Duitse sopraan Karola Pavone trad al eerder op met het ToonkunstKoor Roermond. Ze zingt klassieke muziek van barok via opera tot en met hedendaags, maar ook cabaret. Liederen van negentiende-eeuwse componisten, onder wie niet in de laatste plaats Johannes Brahms, vormen een vast onderdeel van haar repertoire.
Ben Martin Weijand, piano
Pianist Ben Martin Weijand treedt vooral op als begeleider van zangkoren. Hij is onder meer verbonden aan het Groot Omroepkoor, het Nederlands Kamerkoor, het Brabantkoor in Eindhoven en het Tilburgs Mannenkoor La Renaissance. Ook vormt hij samen met Carlo Nabbe (viool) en Frans Grapperhaus (cello) het pianotrio Shehérazade.
Ad Broeksteeg, piano
Ad Broeksteeg is actief als dirigent, pianist en organist. Als dirigent voerde hij onder meer opera’s en grote werken voor orkest, koor en solisten uit. Als pianist en repetitor coacht en begeleidt hij zangers en ensembles bij opera-, oratorium- en liedrepertoire, onder meer bij het Groot Omroepkoor, de Opera Vlaanderen en het IVC ’s-Hertogenbosch.
Rafael Sars, pauken
Slagwerker Rafael Sars is afkomstig uit Sint Odiliënberg. Hij studeerde hoofdvak slagwerk aan de Robert Schumann Hochschule Düsseldorf bij professor Bert Flas. Momenteel is hij solopaukenist bij het WDR Rundfunkorchester Köln. Daarnaast maakt hij deel uit van het Trio Repercussion, dat zich inzet voor vernieuwing in de slagwerkmuziek.
Kaarten voor de uitvoering van Ein deutsches Requiem door het ToonkunstKoor Roermond op 19 november 2024 in de Sint-Christoffelkathedraal bestelt u hier.
———————————
10 november 2024
De versie die u gaat horen
Op 19 november voert het ToonkunstKoor Roermond Ein deutsches Requiem van Johannes Brahms uit. Onze keus is gevallen op een arrangement voor sopraan, bariton, vierstemmig koor, twee piano’s en pauken. Hieronder leest u waarom.
Ein deutsches Requiem is oorspronkelijk geschreven voor solisten, koor en orkest. Maar er ontstonden al gauw versies voor kleinere bezettingen.
Brahms zelf had de hand in verschillende pianoversies. Op 3 januari 1869, enkele weken vóór de eerste volledige uitvoering met orkest, werd het complete werk in privékring uitgevoerd door solisten, klein koor en piano. Uit datzelfde jaar dateert volgens recent onderzoek een arrangement voor twee piano’s, dat eigenlijk bedoeld was voor musiceren thuis, zonder koor. Waarschijnlijk lag deze huiskamerversie ten grondslag aan de eerste uitvoering van Ein deutsches Requiem in Londen in 1871 door solisten, koor en twee piano’s. Algemeen wordt aangenomen dat deze Londense versie van Brahms zelf afkomstig is. Ook maakte Brahms’ vriend Theodor Kirchner een arrangement voor één piano, ongetwijfeld met goedkeuring van de componist. De oorspronkelijke versie voor orkest klinkt wat massief, waardoor de tekst soms niet goed te verstaan is. De pianoversies zijn transparanter en beter verstaanbaar. Mogelijk vond dat Brahms dat zelf ook.
De Londense versie uit 1871 werd in 1980 door Heinrich Poos omgewerkt tot een arrangement voor twee piano’s en pauken. Een tussenweg, waarin toch iets van de power van de orkestversie terugkeert. Deze versie wordt op 19 november door het ToonkunstKoor uitgevoerd.
Wist u dat singer-songwriter Jan Rot een Nederlandse hertaling van Ein deutsches Requiem heeft gemaakt, Een Hollands requiem? Deze versie werd tweemaal uitgevoerd in 2007.
Kaarten voor de uitvoering van Ein deutsches Requiem door het ToonkunstKoor Roermond op 19 november 2024 in de Sint-Christoffelkathedraal bestelt u hier.
———————————
27 oktober 2024
Symmetrische opbouw
De eerste uitvoeringen van Ein deutsches Requiem vonden plaats toen het werk nog niet af was. Pas bij de volledige uitvoering in 1869 ontvouwde zich de bijzondere opbouw van het werk.
Begin 1865 overleed Brahms’ moeder. De componist rouwde, zocht troost en besloot zijn requiemproject alsnog af te maken. In 1861 had hij hiervoor Bijbelteksten bijeengezocht en de twee eerste delen gecomponeerd.
Volgens sommigen was Brahms hiertoe geïnspireerd door het tragische overlijden van zijn vriend Robert Schumann in 1856. Maar tussen Schumanns dood en de start van Ein deutsches Requiem liggen vijf jaar.
Hoe dan ook, in 1865 pakte Brahms de draad weer op. Hij had een opbouw in zes delen voor ogen, maar componeerde deze niet in de uiteindelijke volgorde. Na deel 1 en 2 volgde eerst deel 4, daarna de huidige delen 3, 6 en 7. Op Goede Vrijdag 1868 werden die zes delen voor het eerst uitgevoerd, aangevuld met een sopraanaria van Händel.
Die uitvoering gaf Brahms aanleiding tot het tussenvoegen van een deel 5. Met dit extra deel vielen alle puzzelstukjes op hun plek. Het liefelijke, ‘stille’ deel 4 werd de centrale as van het werk. De andere delen zijn rond die as gespiegeld ten opzichte van elkaar. Deel 1 heeft als tegenhanger deel 7. In beide staat de troost centraal. De lange, dramatische delen 2 en 6 hebben ook een gezamenlijke boodschap: ons aardse lichaam is sterfelijk, maar het eeuwige leven overwint de dood. Blijven over deel 3 en 5. Deel 3 gaat over de nood van de individuele mens: mijn leven is eindig, waar vind ik troost? Deel 5 geeft daarop het antwoord vanuit het eeuwige leven: wees gerust, we zullen elkaar terugzien, ik zal u troosten zoals een moeder troost.
Kaarten voor de uitvoering van Ein deutsches Requiem door het ToonkunstKoor Roermond op 19 november 2024 in de Sint-Christoffelkathedraal bestelt u hier.
———————————
13 oktober 2024
Een ongewoon requiem
Uit de titel Ein deutsches Requiem blijkt al dat componist Johannes Brahms een eigenzinnige keus heeft gemaakt. Normaal gesproken heeft elk requiem (dodenmis) immers dezelfde vaste tekst in het Latijn.
Het requiem is van oorsprong een katholieke mis die wordt opgedragen voor een overledene. Talloze componisten hebben muziek voor requiemmissen geschreven. Daardoor is er een rijk aanbod ontstaan aan requiems met steeds andere muziek maar steeds dezelfde Latijnse tekst. Veel katholieken kennen die tekstgedeelten uit het hoofd.
Brahms was protestants. Het was voor hem niet vanzelfsprekend om in een muziekstuk over het afscheid van overledenen katholieke tradities te volgen. Daarbij zijn protestanten vaak beter thuis in de Bijbel dan katholieken. Ook Brahms was zeer Bijbelvast. Zo kwam hij ertoe passende Bijbelteksten bij elkaar te zoeken en daaruit een eigen tekst voor zijn requiem samen te stellen.
Die tekst drukt zijn persoonlijke visie op de dood uit. Brahms’ requiem is niet bedoeld voor de doden (‘dat zij rusten in vrede’), maar voor de nabestaanden, de verdrietigen (‘zij zullen getroost worden’). Ein deutsches Requiem laveert in een spanningsveld. Aan de ene kant de onherroepelijke dood waaraan niemand ontkomt, uitgedrukt in schrijnende woorden en muziek. Aan de andere kant het woord van God, dat ons eeuwige blijdschap belooft, uitgedrukt in lieflijke, troostende en triomfantelijke teksten en muziek.
De titel Ein deutsches Requiem is veelzeggend: een requiem met Duitse tekst. Maar eigenlijk had Brahms het stuk Ein menschliches Requiem willen noemen, een troostrijk requiem voor alle mensen. En dat is het. Luistert u maar.
Kaarten voor de uitvoering van Ein deutsches Requiem door het ToonkunstKoor Roermond op 19 november 2024 in de Sint-Christoffelkathedraal bestelt u hier.
———————————
29 september 2024
Brahms en de Schumanns
In 1853 probeerde de 20-jarige componist Johannes Brahms door doelgericht netwerken zijn carrière op gang te helpen. Maar bij een bezoek aan Franz Liszt klapte hij dicht van onzekerheid. Bij Robert Schumann hoopte hij meer te bereiken.
En dat lukte. Na een bezoek bij Schumann en zijn vrouw Clara in Düsseldorf schreef Schumann in het Neue Zeitschrift für Musik enthousiast over de jonge componist. Maar lang kon Brahms niet profiteren van zijn invloedrijke ‘kruiwagen’. Vier maanden later bezweek Schumann aan de psychische problemen waarvan hij al twintig jaar last had. Hij leed aan een meervoudigepersoonlijkheidsstoornis, gehoorhallucinaties, depressies en angstvisioenen. Daarbij was hij jaloers op Clara’s succes als pianiste. Tijdens een carnavalsviering draaide hij door en probeerde hij zich te verdrinken in de Rijn. Kort daarna belandde hij in een inrichting, waar hij na twee jaar overleed.
Clara vond in die tijd steun bij de veertien jaar jongere Brahms. De twee ontwikkelden een intensieve, waarschijnlijk platonische relatie. Vier jaar lang schreven ze elkaar emotionele brieven. Toen de relatie bekoelde, spraken ze af die brieven te verbranden. Maar het contact en de wederzijdse genegenheid bleven bestaan.
Mogelijk inspireerde Schumanns dood in 1856 Brahms mede tot het schrijven van een requiem, zijn eigen variatie op het genre van de dodenmis. Hoe dan ook, vanaf 1865 stuurde hij het work in progress naar Clara, die er diep van onder de indruk was: ‘Het is echt een geweldig stuk, grijpt de hele mens aan op een manier als weinig anders. De diepe ernst, gecombineerd met alle magie van poëzie, heeft een wonderbaarlijk effect, diep ontroerend en troostend.’
Kaarten voor de uitvoering van Ein deutsches Requiem door het ToonkunstKoor Roermond op 19 november 2024 in de Sint-Christoffelkathedraal bestelt u hier.
———————————
15 september 2024
Het werk waarmee Brahms doorbrak
Met Ein deutsches Requiem brak Johannes Brahms door als componist. Al gebeurde dat niet van de ene dag op de andere. Het stuk werd de eerste keren alleen gedeeltelijk uitgevoerd en het publiek moest eraan wennen.
Ein deutsches Requiem was een ambitieus project, dat de perfectionist Brahms jaren bezighield. Na eerste aanzetten in 1861 werkte hij eraan van 1865 tot 1868.
Hij zou zijn leven eindigen als gevierd componist. Bij zijn begrafenisstoet in Wenen werden vlaggen en fakkels meegedragen. Beroemdheden volgden de kist, duizenden stonden langs de route. Brahms kreeg een graf vlakbij Beethoven en Schubert. In zijn geboortestad Hamburg hingen de vlaggen halfstok.
Maar Brahms’ succes stond niet bij voorbaat in de sterren geschreven. Hij groeide op in een overbevolkte achterbuurt in Hamburg. Zijn vader was muzikant in ‘dansgelegenheden’, het schemergebied tussen horeca en prostitutie. Ook Brahms zelf verdiende in die wereld als 13-jarig pianistje zijn eerste geld. Maar hij kreeg wel fatsoenlijk muziekles. Brahms’ leraren herkenden zijn talent en brachten hem in contact met toonaangevende musici. Daarna kon hij zich bedruipen als koordirigent en pianoleraar, maar als componist had hij pas in 1862 enig succes.
Ein deutsches Requiem bracht de doorbraak. Eind 1867 werden eerst drie delen in Wenen uitgevoerd – meer wilde men het publiek niet aandoen. Een gedeelte van de zaal siste afkeurend, maar na afloop klonk applaus. Daarna volgde een uitvoering van zes delen in Bremen. De tekst van Brahms’ requiem ging – heel ongebruikelijk – niet over de verlossing door Christus. Om critici vóór te zijn laste men daarom de sopraanaria Ich weiß, dass mein Erlöser lebet van Händel in. Deze uitvoering werd een daverend succes. Kort daarna voegde Brahms het – ook door een sopraan gezongen – vijfde deel toe. Het volledige werk werd voor het eerst uitgevoerd in 1869.
Kaarten voor de uitvoering van Ein deutsches Requiem door het ToonkunstKoor Roermond op 19 november 2024 in de Sint-Christoffelkathedraal bestelt u hier.